De basisschikking van de groene bol met rondom een krans is gelijk aan vorige week. Groen verwijst naar nieuwe leven dat hoop schenkt in de adventstijd. De krans is een teken van verbond tussen mensen en tussen hemel en aarde.
Bij de aankondiging van de geboorte van Jezus aan Maria zegt de engel Gabriël: De heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw bedekken. Daarom zal het kind dat geboren wordt heilig worden genoemd en Zoon van God” (Lucas 1:35).
Rood is de liturgische kleur als verwijzing naar de Geest. Het is de kleur van het hart, de liefde, het vuur. Tussen de bol en de krans zijn cyclaampjes verwerkt. Een cyclaam is in de bloemensymboliek een zogenaamde Mariabloem.
De donkere vlekken op het blad herinneren aan haar verdriet dat zij door de vroegtijdige dood van haar zoon met zich meedraagt. De onder- en achtergrond zijn paars, de kleur van ingetogenheid en verwachting.