In de veertigdagentijd lezen we, samen met de kinderen, bijbelverhalen rondom het thema ‘zaaien en groeien’. Het zaad dat in de grond valt, dat sterft en nieuw leven voortbrengt,is een bekend beeld voor de dood en de opstanding van Jezus, die we met Pasen vieren. Ook in andere bijbelteksten wordt het beeld van zaaien en oogsten gebruikt om iets te vertellen over God, en over wat het betekent om in hem te geloven.
We lezen de volgende teksten:
- 18 februari: Het voorbeeld van het mosterdzaadje (Matteüs 13:31-35)
- 25 februari: Gastpredikant, kinderen horen in de Kinderkerk over de regel om de grond een jaar te laten rusten (Leviticus 25:1-13)
- 4 maart: Het voorbeeld van het zaad dat op verschillende soorten grond valt (Matteüs 13:1-9, 18-23)
- 11 maart: Een psalm over vreugde bij het oogsten (Psalm 126)
- 18 maart: Het voorbeeld van de graankorrel in de aarde (Johannes 12:20-26)
Op de zondagen van Palmpasen en Pasen lezen we delen van het paasverhaal zoals Marcus dat vertelt (Marcus 11:1-11 en 16:1-11).
Voordat de kinderen naar de Kinderkerk gaan zingen we met hen een lied dat speciaal voor dit project is geschreven ‘In goede aarde’.